CONCERTRECENSIE. Herbie Hancock solo, ‘Plugged in: A night of Solo Explorations’, Concertgebouw Amsterdam, 5 november 2012
In de bijna uitverkochte grote zaal van het Concertgebouw worden de lichten gedimd, even wordt er geklapt voor iemand die de trap afkomt en snel z’n plaats inneemt, voordat het helemaal donker wordt. Gevolgd door een spotlight verschijnt Herbie Hancock, de trap op, richting het podium. Nadat het applaus is gedimd kijkt hij even rond op het podium, alsof hij zichzelf het dilemma inbeeldt van de keuzevrijheid die alle electronica te bieden heeft, en duikt vervolgens in de pianotoetsen.
Het is alsof Hancock zich de namen herinnert die de balkongalerij sieren: Ravel, Debussy, Tsjaikovksi. Met als ruggengraat een motief dat bestaat uit slechts twee noten (qua eenvoud vergelijkbaar met een nummer als ‘Chameleon’) en met diepe basnoten en overwegend brede akkoorden speelt Hancock een modern-klassieke versie van ‘Footprints’ (Wayne Shorter). Geen elektronica, geen funk, geen jazz in de traditionele zin, maar een modern-klassieke variant die volledig opgaat in de omgeving van het Concertgebouw.
Pas later worden de knoppen afgewisseld met de toetsen. ‘Sonrisa’ wordt laag voor laag (de iPad als interface) gehuld in een orkestraal arrangement en ‘Maiden Voyage’ wordt verruimtelijkt door synthesizerklanken. Maar het gebruik van elektronica blijft spaarzaam en Hancock balanceert tussen het eigentijds-klassieke idioom en moderne jazz. Lyrische verstilling en subtiele harmonisaties worden uitgebreid met het klankpalet van de synthesizer. De stukken zijn met name geabstraheerde versies van bekende nummers. Mooi, aangrijpend, ingetogen, vrij en ruimtelijk.
Vrije duik
Met deze vrije duik wordt duidelijk hoe solospel en verkenning – ‘solo explorations’ – in elkaar grijpen. Het is mede dankzij het solistische optreden, waar de afstemming met de ritmesectie geen issue meer is, dat de vorm ter plekke gekneed en omgebogen kan worden. De vrijheid en de verkenningsmogelijkheden die Hancock hier prijsgeeft zijn ongekend, waar de naamgeving van het concert naadloos op aansluit.
Naargelang de elektronica er beetje bij beetje bij wordt gehaald, komt de herkenbaarheid van de nummers meer op de voorgrond te staan. Met iPads, synthesizer en controllers creëert Hancock zijn eigen ritmesectie, door geduldig laag over laag te leggen. Met aan de basis de zorgvuldig opgebouwde stevige dosis psychedelische grooves en funky klanken pakt Hancock zijn keytar en gaat soleren. Maar het lijkt alsof de elektronica nu toch iets weerbarstiger is dan een band van vlees en bloed. De solo komt niet helemaal van de grond, alsof de vrijheid die hij zichzelf eerder had gegund, hier eerst afgedwongen moest worden.
Het feest der herkenning kan nu definitief beginnen. “Here is something some of you might know”, zegt Hancock met gevoel voor understatement. Na het eerste akkoord is wel duidelijk dat hier opnieuw uit de door Hancock verrijkte canon van de jazz wordt getapt, met onmiddellijk applaus als gevolg. De pianoriff van ‘Cantaloupe Island’ klinkt en wordt met één vingerbeweging op de iPad voorzien van een stevige beat. De fantastische laid-backtiming van Hancock en de akoestiek van het Concertgebouw hebben elkaar gevonden. Hancock laat synthesizer en piano het vraag- en antwoordspel van het thema uitspelen en vervolgt met een lange pianosolo. Wanneer hij de piano verruilt voor de keytar klinkt even zijn MTV-hit ‘Rockit’ uit de jaren tachtig.
Staalkaart
Parallel aan de staalkaart van uiteenlopende stijlen die eigen zijn aan de ontwikkeling van Hancock, loopt de bijzonder diverse samenstelling van het publiek, alsof zijn muziek dwars door alle leeftijden en (culturele) achtergronden loopt. Ook vanuit dit perspectief heeft Hancock geen medebandleden nodig om mensen vanuit verschillende leeftijden en (culturele) achtergronden bijeen te brengen.
www.herbiehancock.com
Gepubliceerd op Jazzenzo