Op reis met Malick Pathé Sow en Bao Sissoko

CONCERTRECENSIE. Malick Pathé Sow & Bao Sissoko, Bimhuis Amsterdam, 25 januari 2013

De muziek van het uit Senegal afkomstige duo Malick Pathé Sow (zang, hoddu, gitaar) en Bao Sissoko (kora, zang), aangevuld met Serigne Thaim (kalebas), neemt je mee op reis. Een eigen verbeelde imaginaire reis waar de muziek je kompaan is.

Of een verhalende reis waar Sow je gids is. Met zijn warme en innemende stem zingt hij over liefde, over idealen zoals de wereldvrede, of een wereld waarin geen armoede bestaat. Of hij brengt een eerbetoon aan één van Afrika’s meest gelauwerde muzikanten Ali Farka Touré.

Sow werkte samen met de bekende Senegalese zanger en gitarist Baaba Maal, voordat hij in de jaren negentig naar Europa kwam. Sissoko stamt uit een familie van barden (griots) met een lange traditie van korabespelers. Hun muziek neemt je mee door haar elegantie en sereniteit. Niet door uitbundigheid of extraversie. De rust en kalmte die hun muziek eigen is, valt volledig samen met de uitstraling van dit innemende duo. Muziek zonder ego, zonder pretenties.

Golfbeweging
De muziek – het concert staat in het teken van hun vorig jaar verschenen album ‘Aduna’ (2012) – voert je mee op een voortdurende golfbeweging, waar ritmes op subtiele wijze in elkaar worden gevlochten, waar virtuoze lijnen over elkaar heen duikelen en waar een verfijnd weefsel van klanken en ritmes de geest tot rust brengt.

Voor een Westers oor mag deze muziek trance-achtig en therapeutisch klinken. Vaag of zweverig is het geenszins. Heldere eenvoud – de harmonische basis is van een kinderlijke eenvoud –  gaat hand in hand met een virtuoze beheersing van hun primitieve West-Afrikaanse instrumenten. De primitieve kalebas wordt door Thaim bespeeld met vuist, vingertoppen, handpalm en elleboog.

Het arsenaal aan klanken en ritmische variaties is ongekend. Sow weet met zijn vijfsnarige hoddu (een soort luit en voorloper van de Amerikaanse banjo) zowel ritme, begeleiding, melodie als zang te combineren. Een prestatie op zich. Diezelfde meesterlijke beheersing laat Sissoko zien met zijn 21-snarige kora (een soort harp), waarbij hij ostinato riffs met geïmproviseerde lijnen weet te omspelen.

De combinatie van instrumenten, de kalebas, het primitieve geluid van de hoddu en het heldere geluid van de kora creëert een hechte maar transparante totaalklank. Het uiterst geraffineerde spel, de polyritmische gelaagdheid, de vrije solerende lijnen en de warme, lyrische en melancholische stem van Sow staan garant voor een ingetogen en rijk luistergenot.

Dialoog
Wat je er bij hun album niet bij krijgt – maar bij dit concert wel – is de spontane behoefte van het duo om verhalen te willen vertellen, om de dialoog op te zoeken, zowel op het podium als met het publiek. Op een rustige toon – geheel in lijn met zijn muziek – vertelt Sow tussen de nummers door over de achtergrond en de oorsprong van de muziek, de oorsprong van de exotische instrumenten die ze bespelen en over hun helden.

Het zijn verhalenvertellers. De muziek die ze maken is diepgeworteld in hun culturele tradities en staat temidden van het leven. Hun reis is lang nog niet ten einde.

Gepubliceerd op Jazzenzo