CONCERTRECENSIE. Monty Alexander Trio, Bimhuis Amsterdam, 15 maart 2013
Eén voor één komen ze het podium op. Frits Landesbergen (drums) zet een ritme in, Hassan Shakur volgt even later op zijn contrabas. De solide groove zorgt voor de nodige spanning. Dan arriveert Monty Alexander – inmiddels tegen de zeventig, maar met een jeugdigheid alsof hij het eeuwige leven heeft. Het trio – een beetje show is het niet vreemd – is compleet.
Ooit maakten Jeff Hamilton (drums) en John Clayton (contrabas) deel uit van het trio dat één van de beste albums heeft opgeleverd: ‘Live! Montreux Alexander’ (1976). Maar ook na een kleine veertig jaar blinkt het trio uit in ritmische energie, briljante timing, pakkende melodieën en in fenomenaal samenspel. Het geïmproviseerde en spontane karakter van hun spel is het best te horen tijdens live-optredens. Tijdens het afgelopen North Sea Jazz festival verhinderd, stonden ze deze avond in een uitverkocht Bimhuis.
De drie staan op het podium dicht op elkaar. Korte lijnen dus. In het midden Alexander in een wit gilet en als een waaier daaromheen de concertvleugel, contrabassist Shakur en in de rug de Nederlandse drummer Landesbergen. Deze opstelling illustreert hoe het trio klinkt: als een bundeling van krachten. Briljante ritmiek en geraffineerd samenspel zijn het resultaat.
Aanwijzingen
Met geringe verbale en visuele aanwijzingen, handgebaren en fysieke wenken stuurt Alexander de muziek hier en daar een richting op, maar verder lijkt de muziek hun gids. Die zichtbare interactie verlevendigt het trio. Het innige spel tussen Alexander en Shakur wordt zo nu en dan een niveautje hoger getild door kleine treiteringen, muzikale opstootjes of doordat de bal weer wordt teruggekaatst. Zo nu en dan kijkt Alexander verrast achterom als Landesbergen hem een kostelijk ritme serveert. Hun spel is open, krachtig, verrassend en zit vol uitdagingen, die het publiek niet ontgaan.
De muziek van dit trio drijft niet op uitbundigheid of ingetogenheid maar verleidt door een zuivere pulse, perfecte timing en bondige melodieën. In deze ongekunstelde signatuur van Alexander is Landesbergen een perfecte partner. Zijn begeleiding en solo’s zijn beheerst en zuiver zonder uiterlijk vertoon of spierballenmentaliteit. Een enkele keer als hij toch uitpakt raakt het evenwicht wat verstoord. Juist de pure ritmiek van het trio laat zien dat deze vorm van expressie niet nodig is om te bekoren.
Voor de pauze worden nummers steevast afgewisseld met ballad-achtige en lyrische stukken, waaronder de eigen composities ‘Trust’ en ‘Hope’, beide ook te beluisteren op het album ‘Goin’ Yard’ (2001). De pauze wordt ingeluid met ‘Isn’t She Lovely’ (Stevie Wonder) en dat blijkt een opmaat voor de tweede set. Want deze staat meer in het teken van herkenbare nummers zoals ‘No Woman No Cry’ van Alexanders landgenoot Bob Marley of het door Shakur vertolkte ‘Summertime’.
Voorover gebogen
Shakur – alleen op het podium – is nu in zijn eentje het volledige trio. Voorover gebogen over zijn contrabas houdt hij de regie over de baslijn, de huilende akkoorden en de moedige melodie van ‘Summertime’. Indrukwekkend en innemend.
Verrassend was het optreden van zangeres Katarina Alexander, echtgenoot van Alexander, aan het eind van het concert met nummers als ‘Too Marvelous For Words’. Hoewel verrassend was de intentie wat dubieus. Dat lag met name aan de plaatsing aan het einde van het programma waardoor ze niet de kans kreeg zich te profileren.
Maar deze losheid en spontaniteit liever dan een strak geregisseerd programma. En daar munt zowel Monty Alexander als zijn trio in uit. Dat maakt dit live-optreden tot een geweldige muzikale ervaring die je niet gemist wilt hebben. Maar het live-album uit 1976 overtreffen ze niet.
www.montyalexander.com
Gepubliceerd op Jazzenzo