CONCERTRECENSIE. Hans Dagelet and friends, North Sea Jazz Club, 6 april 2013
Hans Dagelet is een artistieke duizendpoot. Naast acteur is hij ook schrijver, muzikant (trompettist) en beeldend kunstenaar. Die veelheid aan petten leidt regelmatig tot spannende optredens of interessante kruisbestuivingen. Toch zijn de meeste vrienden die hij deze avond heeft uitgenodigd muzikant – weliswaar uit alle hoeken van het muzikale universum – en komen spannende ontmoetingen tussen disciplines wat in de schaduw te staan.
Maar geen nood. Dagelet weet op smaakvolle en eigenzinnige wijze een muzikaal veelzijdig programma voor te schotelen en is een intuïtief sterke trompettist. De variëteit, de aanwezigheid van Dagelets collegavrienden en de eigen en persoonlijke insteek van Dagelet, doen de North Sea Jazz Club bovendien in een huiskamer veranderen. Een soort van feestje waar veel mag én kan.
Met iets minder jazz, maar des te meer rock, funk, rap en hiphop (Esperanzah Denswil, zang), klassiek (Esther Apituley, elektrische altviool) en verhalen (Hans Dagelet) wordt de avond gevuld met veel moois, met nu en dan hilarische momenten en verrassende optredens, zoals Richard Spierings die met zijn mime een beeldende en vooral komische laag aan de muziek toevoegt. Zonder reserves smokkelt Dagelet J.S. Bach en F. Chopin zijn programma binnen.
Chaconne
Zijn vrouw en altvioliste Esther Apituley wordt uitgedaagd om op de elektrische altviool de ‘Chaconne’ van Bach te spelen. Hoewel een stilistische breuk, is de keuze verrassend en krijgt de muziek de functie van een soundtrack binnen het wat weemoedige begin van het programma. Waarin ook een fragment wordt voorgelezen uit zijn voorstelling ‘Stervend Europa’ (naar de roman ‘Die Eurokokke’ 1927 van Yvan Goll). Hierin wordt op een associatieve manier over de ondergang van Europa verhaald.
Na een rustig opgebouwd begin veert het publiek op tijdens ‘Come Together’ en ‘Sweat’ waar een flinke dosis rock en hiphop aan ten grondslag ligt. Voor dit laatste staat vocaliste Esperanzah Denswil garant die als een hiphopdiva een onmisbare plaats op het podium verwerft. En met ‘Erbarme mich’ – wie de ‘Matthäus Passion’ vorige week heeft beluisterd snapt de kwinkslag – wordt funk de basis waar Dagelet en trombonist Bastiaan Woltjer een duet overheen spelen. Op andere momenten klinkt de band soms ook naar rockbands zoals Portishead, Live en P.J. Harvey. Het lijkt er allemaal in te zitten.
Als na een tijdje Bach weer klinkt op de elektrische altviool lijkt deze keuze ineens willekeurig en geforceerd. De vorm in het programma ontbreekt. Dat wordt bevestigd als de zwaarmoedig klinkende prélude (no. 20 ‘Funeral March’) van Chopin als toegift wordt ingezet. Die vermeende theatraliteit klinkt hier ongepast en melodramatisch, maar wordt met een geïmproviseerde solo van Dagelet nog net gered. Op zulke momenten besef je dat het niet alleen Dagelet mét vrienden is, maar soms ook Dagelet vóór vrienden. En dat is jammer.
Veelzijdig
Maar het concert illustreert tegelijkertijd de open en veelzijdige muzikale blik die Dagelet eigen is. Naast een artistieke duizendpoot is hij dus ook nog eens een muzikale omnivoor. Zijn concert zou eigener zijn geweest als hij beide meer in elkaar weet te vlechten, zodat het het muzikale overstijgt.
www.hans-dagelet.nl
Gepubliceerd op Jazzenzo