CONCERTRECENSIE. Myra Melford’s Snowy Egret, Bimhuis Amsterdam, 31 mei 2013
Een kleine en sneeuwwitte variant van de blauwe reiger: de Snowy Egret. Of in het Nederlands: de Amerikaanse kleine zilverreiger. Dat is de naam van Myra Melfords kwintet. Gracieuze sierlijkheid (de Snowy Egret heeft het bijna moeten ontgelden, doordat de felbegeerde pluim veel voor vrouwenhoeden werd gebruikt) steekt schril af bij het weerzinwekkende (vocale) territoriumgedrag waartoe deze Amerikaanse vogelsoort in staat is.
Pas dat toe op het kwintet: van verstilde lyriek tot gescandeerde kakofonie. Dat is de reikwijdte binnen de uitgebalanceerde composities van dit kwintet. Behorend tot de progressieve jazz en met een grenzeloze artistieke potentie is opvallend hoe Myra Melfords kwintet er in slaagt uiteenlopende werelden samen te laten smelten. Avantgardistisch én toegankelijk, complex én helder, vrije improvisatie én een sterke compositorische ruggengraat, jazz én Oosterse muziek.
De vrije inslag van het kwintet doet ergens denken aan het project OOOO (Oene van Geel), waarbij net als bij eerdere optredens van Snowy Egret ook (moderne) dans vertegenwoordigd was.
Oneindig
Het vizier en perspectief van Snowy Egret staan op oneindig. Klankexploraties en experimenteel gebruik van het instrument doen het kwintet soms in een gamelanorkest veranderen, met beheerst ellebooggeweld wordt de vleugel regelmatig tot slagwerkinstrument verordonneerd, of klinkt het knisperende geluid van een frisdrankblikje (de basgitaar van Stomu Takeishi). Oosterse melodieën versmelten met Westerse meerstemmigheid, onder andere in een solo door gitarist Liberty Ellman. Maar deze experimenteerlust klinkt nooit gechargeerd. Soms humoristisch, regelmatig elegant en vooral passend binnen het geheel.
Snowy Egret boeit mateloos en valt ondanks veelzijdigheid en een rijk idioom niet ten prooi aan gefragmenteerd eclecticisme. Dat is mede te danken aan hun huwelijk tussen compositie en improvisatie. Er is hier geen sprake van gecomponeerde vrijheid of van vrije compositie. Het is meer dan dat: het opzoeken van de grenzen binnen een doordacht en dynamisch compositorisch raamwerk. Het aftasten van de grenzen houdt de antennes scherp, die concentratie is voelbaar.
Maar tegelijkertijd is er die beteugeling, unisono thema’s en korte frases die de boel weer bij elkaar brengen, complexe ritmiek die uit eenvoud geboren wordt, een stevige groove, of rubato (ritmisch vrij) spel waaronder plotseling weer een strakke puls klinkt.
Waterkant
En op sommige momenten doet drummer Tyshawn Sorey even denken aan de Snowy Egret – als een reiger doodstil aan de waterkant – als hij met z’n drumstokken in de lucht hangt en elk moment een genadeklap kan uitdelen. In elk geval is het improvisatie die dwingt tot onverwachte en werkelijk geïmproviseerde muziek zonder abstract te klinken. Helder, met een stevige groove, rijk en expressief. Snowy Egret laat het avantgardistisch experiment heel toegankelijk klinken. Het beste van twee werelden.
www.myramelford.com
Gepubliceerd op Jazzenzo