Kris Bowers: misfit en hero tegelijkertijd

CONCERTRECENSIE. Kris Bowers. Bimhuis Amsterdam, 14 november 2014

Met gevoel voor understatement laat Kris Bowers weten niet veel meer dan vijf man publiek te hebben verwacht. De aanwezigen lachen. Dat het Bimhuis nu vol zit mag hem dan ogenschijnlijk aangenaam verrassen, maar wie in de lijn Herbie Hancock/Robert Glasper wordt genoemd, nog zo jong (25) is en zich op geen enkele manier laat vangen binnen één overheersend genre wekt nu eenmaal de interesse.

Zijn eigen band kon hij niet meenemen. Na voorgesteld te zijn door Mike Bindraban (Good Music Company) aan jonge veelbelovende collega’s van Nederlandse bodem – Nick Croes (gitaar), Glenn Gaddum Jr. (basgitaar), Jamie Peet (drums) – concludeerde Bowers: “Ik was in het begin wat twijfelachtig, maar nadat ik deze jongens had gehoord wilde ik absoluut met hen spelen. Als ik in New York was geweest, zou ik hén bellen om te spelen.” Na slechts twee dagen repeteren staat hier een belofte voor de toekomst. Maar tevens hun slotconcert: “Het stemt me een beetje droevig om te vertrekken en afscheid van hen te nemen.”

Hiphop
Kris Bowers (1989) groeide van huis uit op met soul en hiphop, studeerde klassiek en jazz voordat hij naar Juilliard School (of Music) ging. Hier studeerde hij jazz en composities voor film. Kreeg les van Fred Hersch en Kenny Barron. In 2011 won hij de prestigieuze Thelonious Monk Competition, wat hem een contract opleverde voor zijn onlangs verschenen debuutalbum ‘Heroes + Misfits’ (2014). In hetzelfde jaar speelde hij met rappers Jay-Z en Kanye West (album ‘Watch the Throne’ 2011). Daarnaast componeert hij filmmuziek.

Het openingsnummer ‘Forever Spring’ begint met idyllische vogelgeluiden, die al snel laag voor laag worden overstemd door buitelende arpeggio’s, een door Peet neergelegde superstrakke puls en groove, scherende gitaargeluiden en een resonerende bas. Het nummer klinkt live en in deze bezetting een stuk uitbundiger en massiever dan de albumversie.

In het melancholische ‘Drift’ klinkt Brad Mehldau door. In ‘Hope’ (pianosolo) wordt met ingehouden spel volledig recht gedaan aan het gevoel dat de titel impliceert. Het nummer ‘Gangster’ klinkt brutaal, lekker tegendraads en doet zijdelings denken aan ‘Tower of Power’. En in ‘Vices and Virtues’ klinkt een niet te stoppen en opgejaagde puls.

Bowers’ muzikaal eclecticisme is opvallend én vanzelfsprekend tegelijkertijd. Opvallend vanwege de genrediversiteit en vanzelfsprekend omdat het eclecticisme bij hem klinkt als een natuurlijk gegeven. Geen eclecticisme pur sang, maar een frame of mind die er constant op uit is een eigen middelpunt te vinden.

Vast pinnen
Beluister zijn debuutalbum ‘Heroes + Misfits’ en je hoort dat hij niet is vast te pinnen – en in dat opzicht ook letterlijk een ‘misfit’ (mislukkeling) is – maar aan de hand van tal van stijlen waaronder R&B, hiphop, pop, rock en jazz zijn eigen individualiteit weet vorm te geven. Die behendigheid maakt hem overtuigend en veelbelovend.

In zijn vitale omgang met muziek zit ook een respectvolle en inventieve omgang met de jazztraditie. Net als in zijn versie van Kendrick Lamar’s ‘Rigamortis’ toont hij zich tijdens dit concert – ingebouwd tussen vleugel, Fender Rhodes, Nord Stage en elektronica – zijn eigen eenpersoons band als hij verschillende ‘instrumenten’ (vingergeknip, handgeklap, synthakkoorden, baslijn) afzonderlijk als track inspeelt, over elkaar heen legt en daarover vanuit de abstractie de melodie van de jazzstandard ‘Caravan’ laat klinken. Een spontane glimlach valt daarbij niet te onderdrukken.

Bowers doet je beseffen dat de vitaliteit en actualiteit van jazz wordt gevoed door zulke uitmuntende talenten die een open geest combineren met een vastberadenheid om je eigen stem en individualiteit vorm te geven. Een belofte voor de toekomst én voor de jazz.

www.krisbowersmusic.com
Gepubliceerd op Jazzenzo