Experimenteerlust drijvende kracht Sylvie Courvoisier Trio

CONCERTRECENSIE. Sylvie Courvoisier Trio, Bimhuis Amsterdam, 7 juni 2015

Wie de eerste zelfverzekerde noten van de concertopener ‘The Charlier Cut’ van het Sylvie Courvoisier Trio hoort, krijgt een bondige vooruitblik op wat verwacht kan worden van dit onwankelbare, spannende, in de avant-garde gewortelde en uit New York afkomstige pianotrio. Zelfverzekerd spel, genuanceerd, groovy, compromisloos, eigen en herkenbaar, stevig en met een goed gevoel voor experiment. Geen avant-gardistische muziek die blijft steken in concepten, nieuwe ideeën of goedbedoelde grappen, maar die bezwangerd is met inhoud.

Hoewel de openingsnoten vooruitblikken heeft het trio de tijd nodig om op te warmen. Dat gebeurt met virtuoos spel, met vingergymnastiek van pianiste Courvoisier die soms uitmondt in een wat massale notenbrei. Dat doet in het begin wat onwennig en intellectueel aan, maar wordt al snel ontkracht met hecht en overtuigend samenspel in het derde stuk van de avond ‘Downward Dog’. Dat leidt tot een opwaartse spiraal die alleen maar hoger reikt als de concentratie tussen de noten toeneemt. Wanneer heerlijke riffs zich meester maken van de muziek en mooie melodielijnen en bij tijden ingetogen spel in perfecte balans komen te staan met het vooruitstrevende ideaal van dit uitnemende trio.

Onnavolgbaar
Het krachtige, impulsieve en directe spel van contrabassist Drew Gress overtuigt in het nummer ‘Corto’. Gecomplementeerd met het onnavolgbare, verfijnde en subtiele spel van drummer Julian Sartorius, de vervanger van Kenny Wollesen. Het lijkt bijna een wetmatigheid bij dit trio: zodra er een riff wordt ingezet komt de interactie en synergie tussen de bandleden en het publiek goed op gang. Dat is het moment dat de muziek vleugels krijgt. De contrastwerking tussen het experimentele karakter en de lonkende groove zetten de muziek op scherp. Gress en Sartorius ontmoeten elkaar regelmatig en wel het opvallendst in het nummer ‘October 08’, waarin een doorlopende groove regelmatig wordt onderbroken door experimenteerlust en ellebogenwerk op de piano.

Verworvenheden van de avant-garde – zoals de geprepareerde piano en de integratie van geluid en muziek – krijgen bij het Sylvie Courvoisier Trio een plek binnen het geheel: klankexperimenten en klankruimtelijkheid dienen als middel om het muzikale spectrum te vergroten. De vleugel die als een galmende klankkast klinkt en kan zingen. De metalen bekkens die een stukje menselijkheid krijgen door het klagende geluid dat ontstaat door er met de drumstokken over te strijken. En de boventonen van de bas die idyllisch en zangerig klinken. Zelfs als Courvoisier behendig de pianosnaren dempt met tape, de tape losrukt of met de vuisten het klavier bespeelt: nergens bekruipt je het gevoel dat hier het experiment het doel op zich is. Alsof de instrumenten altijd zo hebben moeten klinken.

Flow
De unieke karaktertrekjes van dit trio komen terug in ‘Double Windsor’. Virtuositeit, energie, een riff als drijvende kracht, afgewisseld met plotselinge rustige en lyrische momenten. De muziek brengt je in een flow die zeldzaam genoemd mag worden voor dit type muziek dat ergens balanceert tussen avant-garde, jazz en klassiek.

www.sylviecourvoisier.com
Gepubliceerd op Jazzenzo