INTERVIEW
Gepubliceerd op: Jazzenzo.nl
Datum: 23 oktober 2015
Voor Lucas Dols is muziek of muziektheater geen core business maar een middel om iets in gang te zetten. En dat kunnen ook tranen zijn. Dols: “Muziek maken gaat over connectie. Het begint met elkaar. Dat is de basis. Muziek kan daarbij een middel zijn.” Die grondhouding verklaart meteen zijn brede kijk op muziek. Als voormalig bassist van Tin Men and the Telephone en daarvoor Room Eleven, als trainer bij Musicians without Borders, als workshopleider bij Fort van de Verbeelding, als sessieleider bij Jam de la Crème of als mens om te werken met vluchtelingenkinderen in het Midden-Oosten. En dat blijkt slechts een greep.
We spreken Dols over alles wat niet direct, maar toch ook weer alles, met muziek en muziektheater te maken heeft: co-creatie, geweldloze communicatie, de waarom-vraag die ieder mens zichzelf zou moeten stellen en over faciliteren óf leiding nemen. Dols: “Als ik met een groep werk, dan is het goed om te beseffen dat de kennis of een richting altijd in de groep al aanwezig is. Ik zorg er alleen voor dat er een veilige ruimte gecreëerd wordt waarin deze kennis zich kan aandienen.”
De waarom-vraag
De ontmoeting in een comfortabele zithoek in het Amsterdamse Podium Mozaïek is open en in het hier en nu. Ons gesprek staat centraal, niet de persoon. Die vorm van openheid siert. Wie op Dols’ website zoekt naar iets van een biografie zoekt tevergeefs. “Die geschiedenis vind ik ergens niet zo belangrijk, en misschien heb ik het op dit moment ook niet echt meer nodig.” Op de vraag of hem een jeugd vol muziek is gegund, net zoals hij nu veel projecten met kinderen doet, reageert Dols: “Voor mij geldt dat ik pas op de middelbare school, toen ik in een punkbandje zat, ontdekte wat ik met muziek kon. Dat zelf ontdekken geef ik ook mijn leerlingen en studenten mee. Ze moeten zelf met vragen komen, ik haak wel aan. Om te zeggen dat ik uit een muzikaal nest kom is misschien wat overdreven. Mijn ouders zijn innovatief, het zijn veranderaars, beide docenten. Er werd niet veel muziek gemaakt. Maar muzikaliteit is een lastig begrip. Ben je niet muzikaal als je geen muziek maakt? Of ben je wel muzikaal maar vindt je omgeving van niet, waardoor je denkt dat je het niet bent en het daardoor niet ontwikkelt?”
Zijn onlangs verschenen TEDx-lezing heeft een vraag tot onderwerp die Dols zichzelf eerder stelde: ‘Waarom maak ik muziek?’ Dols: “Op een gegeven moment was ik elke avond aan het spelen, overdag aan het lesgeven en was ik continu in de weer. Dan komt er een moment dat je het idee hebt dat je een plafond bereikt. Daarbij komt dat ik me bewust werd van allerlei aannames die ik sinds mijn conservatoriumtijd met me meezeulde: ‘je moet hard studeren als je het wilt maken’, ‘met lesgeven lever je in op je artistieke ambities’, ‘ik ga wel lesgeven als ik faal als muzikant, ‘het gaat om die perfecte solo’. Als je je daar niet tegenaan bemoeit wordt je een kloon, en doe je heel hard je best om hetzelfde te doen wat al die anderen ook doen. Dat begon te knagen en de frustratie zette zich om in het idee er iets aan te doen. Dus de waarom-vraag werd steeds belangrijker.”
Wereld
“Het houdt verband met de eerste vraag die me bij de Knowmads Business School werd gesteld: ‘In welke wereld zou je willen leven?’ Die vraag raakt de kerngedachte waarom we doen wat we doen. Muziek gaat over connectie, over magie. Het begint met elkaar. Dat is de basis. Ik ben me meer gaan richten op wat je met muziek kunt doen, hoe je het kunt inzetten. Muziek is voor mij vooral een middel en tegelijkertijd niet het enige middel. Vanuit dit inzicht ben ik me meer gaan richten op process facilitation, en educatie, naast het maken van muziek en muziektheater.”
Onder process facilitation valt een keur aan (educatieve) groepsactiviteiten, zoals zijn werk voor Musicians without Borders, No Man’s Land – over de huidige vluchtelingencrisis – en The Art of Hosting Amsterdam, over het type leiderschap dat co-creatie faciliteert: een vorm van samenwerking, waarbij alle deelnemers evenveel invloed hebben op het proces en het resultaat van dit proces. Dols: “Het achterliggende idee dat bij deze en andere groepsactiviteiten voorop staat is het creëren van een ruimte waar co-creatie, veiligheid en samenwerking zich kunnen ontwikkelen. Het vertrekt altijd vanuit het individu, niet vanuit een leider. Het moet een veilige ruimte zijn waar empathie vanzelfsprekend is, waar je je niet hoeft te schamen en waar je niet wordt veroordeeld. Kortom een omgeving waar iedereen zich vrij voelt iets van zichzelf te kunnen laten zien. Als dat voor iedereen in de groep zo werkt dan heb je een ruimte in het midden.”
Verschillen
“Ik wil de verschillen omarmen. In het ideale geval is een groep zo heterogeen mogelijk. Dan wordt het interessant. Dat geldt voor mij ook op het vlak van bands die ik bewonder. Een band kun je zien als een microsamenleving met zeer diverse achtergronden, persoonlijkheden en dergelijke. Als je het mij vraagt levert dat de meest interessante bands op.”
Ook in zijn educatieve insteek klinkt dit omarmen van de verschillen door. “Het gaat erom ieders perspectief binnen de groep te leren ontdekken en samen keuzes te maken. Ik heb niet de waarheid in pacht, ik ben net als de groep aan het leren. Iedereen kan iets essentieels bijdragen, daar moet je voor open staan. Bij trainingen en workshops geef ik het kader en begeleid ik bij het maken van keuzes, maar de uiteindelijke keuze wordt binnen de groep gemaakt. Op zo’n manier voelt iedereen zich betrokken. Het zou mooi zijn als dit idee meer geïntegreerd wordt in ons educatieve systeem.”
Gelijkwaardigheid
Deze faciliterende rol contrasteert met de manier van leidinggeven waar de verantwoordelijkheid en het maken van keuzes bij de leiding ligt, zoals bij veel (grotere) organisaties. Dols: “Het hiërarchische model van manager tot schoonmaker en het systeem van efficiëntie is niet meer van deze tijd. Hoewel nog sterk aanwezig binnen organisaties, zijn het achterhaalde aannames om te denken dat dit de enige manier van samenwerken is. Om een gezonde organisatie te creëren heb je empathie en gelijkwaardigheid op een menselijk niveau nodig. Het is de basis van elke samenwerking, binnen of buiten organisaties. Ook het terugvinden van de relatie met mensen om ons heen, met alle dingen om ons heen, behoort hiertoe.”
Maar soms wordt de leider een dirigent omdat er een duidelijk kader nodig is om te improviseren of met hele grote groepen muziek te maken. Voorbeelden hiervan zijn projecten waaraan Dols (mee)werkt, zoals Fort van de Verbeelding en Esmee Olthuis’ Kobranie-project. Dols: “Toch is er ook geëxperimenteerd met orkesten zonder dirigent. Een groot orkest kan goed of zelfs beter functioneren zonder dirigent. Je zult dan echt moeten luisteren naar elkaar en dat bereik je niet door naar een leider te kijken. Net zoals in organisaties is wachten op aanwijzingen van een leider niet altijd productief. Je moet zelf ook dingen kunnen oppakken.”
“Bij leiders – of dat nu docenten, bandleiders, bedrijfsleiders of managers zijn – wordt het problematisch als ze doen alsof ze een proces faciliteren, een luisterend oor bieden, en vervolgens hun eigen besluit nemen. Dat hoef je maar een paar keer te doen en je hebt ongemotiveerde mensen die in plaats van meedenken gaan roddelen, grapjes maken of baldadig worden. Als leider moet je de verantwoordelijkheid uit handen durven te geven, je kwetsbaar opstellen en meer denken in termen van co-creatie.”
Geweldloos
Dols is zich als cultureel ondernemer, musicus, groepsbegeleider en docent bewust van zijn rol om te inspireren en te motiveren. Jaren terug volgde hij een intensieve training ‘Geweldloze Communicatie’ – communicatiemodel ontworpen door de Amerikaanse psycholoog Marshall Rosenberg – wat een aantal dingen in zijn leven in een stroomversnelling bracht.
“‘Geweldloze Communicatie’ veranderde mijn perspectief op de wereld fundamenteel. Het is een manier van leven. Ik werd me bewust van de oordelende manier van communiceren, bij mezelf en bij anderen. Dat oordelen zit empathie en (zelf)compassie in de weg en daarmee de verbinding met mensen. Er zijn eenvoudige manieren om te verbinden op dat emotionele niveau. Zo hadden we bij de Knowmads Business School altijd een zogenaamde check-in: voordat je samen aan de slag gaat deel je iets persoonlijks, wat je nodig hebt om ‘aanwezig’ te zijn. De informatie die op deze manier in het bewustzijn van de groep komt, zorgt voor meer compassie en begrip, het creëert empathie. Die verbinding is erg belangrijk, ook als je op creatief gebied met elkaar samenwerkt. Luisteren naar elkaar en je gewaardeerd voelen zijn basisingrediënten voor een goede samenwerking.”
www.lucasdols.nl
www.musicianswithoutborders.org
www.fortvandeverbeelding.nl