Lezen is als een goed gesprek met een verre vriend (ook als die verre vriend jezelf blijkt te zijn)

De afgelopen twee dagen heb heb ik mezelf in de vrije uurtjes verbannen met een boek. Een boek over lezen. Dat klinkt misschien wat dubbelop, maar omdat ik geïnteresseerd ben in hoe lezen zin kan geven aan mijn leven, kan het geen kwaad mezelf eens die waarom-vraag te stellen. Waarom en hoe lees ik? Ik moet bekennen dat ik mezelf die vraag nooit echt zo helder heb gesteld, misschien omdat ik iets gewoon leuk vind om te doen of niet.

Door mijn lichte ontevredenheid over het feit dat ik doorgaans minder aan lezen toekom dan ik zou willen voelde ik me gesteund door het zien van de titel The Pleasures of Reading in an Age of Distraction van Alan Jacobs.

Vanwege hetzelfde lichte onbehagen hing ik vorige week een checklist op boven m’n bureau. Het helpt om te kijken of je afleiding kunt verruilen voor tijd. Tijd om te lezen.

Maar door het boek leer ik dat ik een vrijwillige balling ben geworden, een slaaf van mijn eigen denken. Waarom lees je een boek? Ineens realiseer ik me dat een antwoord op deze vraag veelzeggend is. Ik realiseer me dat ik boeken doorgaans zie als bron van kennis. Dat klinkt misschien logisch. Je leert het ook op school. Je haalt de essentie uit een boek (de zgn. “verplichte literatuur”) en zorgt dat je de kennis paraat hebt op het moment dat daar om gevraagd wordt. Daarna mag je alles weer vergeten.

Vergeten? Ik lees om te leren, niet om te vergeten.

Als ik het boek als een bron van kennis zie, dan zie ik het als informatie die ik tot me neem. Alsof ik een pil slik of een document van het internet download. Het gevolg van die gedachte is dat je nooit genoeg leest. Als je kennis als informatie tot je neemt wil je altijd meer.

Alan Jacobs beschrijft het zo:

But if you think of reading in this way, as a means of uploading data, then reading will always seem too slow. If I can transfer the complete contents of a book to my computer in ten seconds, why does it take me a week to transfer it to my brain?

Dat verklaart ook mijn boeken (met name uit mijn studietijd) die groen, geel en blauw staan van de markeringen of zwart van de onderstrepingen. Ik probeerde informatie op te slaan om het te herinneren en zocht daarbij hulpmiddelen. Ik wil het boek in mijn brein implanteren.

Maar ik leer dat lezen (en ook schrijven) vooral een uitnodiging is om in dialoog te gaan. De onderstrepingen die ik nu doe, de commentaren die ik in de kantlijn schrijf en de symbooltjes (die lijken op emoticons) zie ik nu als kleine conversatiestarters. Soms met mezelf, soms met de ander, soms met een vriend.

Ik vond dit citaat van dichter Charles Simic. Toen ik dit las halveerde mijn leessnelheid. Lezen is een manier van reageren. Het lezen van een boek is reageren op wat de ander zegt. Een boek is een uitnodiging tot een dialoog. Die dialoog zijn de notities in de kantlijn, de onderstrepingen, de kleine symbooltjes in de kantlijn. Het is niet alleen een dialoog met de ander, maar vooral één met jezelf. Lees langzamer en de dialoog verdiept zich, lees sneller en de dialoog wordt oppervlakkiger.

Op die manier kun je het lezen van een boek leren zien als een vriendschap:

A true friend accepts who you are, but also helps you to become who you should be.

Voor een vriendschap neem je de tijd, je drinkt er een biertje mee, je gaat er mee winkelen, je ziet elkaar een tijdje niet, je spreekt weer eens af. Maar niet elke vriendschap is gelijkwaardig en vriendschappen kunnen zich ook vormen als een bondgenootschap met weinig goede bedoelingen. Wetenschapper G.C. Lichtenberg schreef eens:

A book is like a mirror: if an ass looks in, you can’t expect an apostle to look out.

En het is ook een spiegel voor de huidige tijd, zoals schrijver Nicholas Carr reflecteert over het lezen van boeken:

Over the past few years I’ve had an uncomfortable sense that someone, or something, has been tinkerin with my brain, remapping the neural circuitry, reprogramming the memorye. My mind isn’t going – so far as I can tell – but it’s changing. I’m not thinking the way I used to think. I can feel it most strongly when I’m reading. Immersing myself in a book or a langthy article used to be easy. My mind would get caught up in the narrative or the turns of the argument, and I’d spend hours strolling through long stretches of prose. That’s rarely the case anymore. Now my concentration often starts to drift after two or three pages. I get fidgety, lose the thread, begin looking for something else to do. I feel as if I’m always dragging my wayward brain back to the ntext. Th edeep reading that used to come naturally has become a struggle.

Waarna hij concludeert:

I miss my old brain.

Vandaar ook de eerste tip op die checklist boven mijn bureau:

THROW YOU PHONE IN THE OCEAN (or keep it in airplane mode)