Data Mining: Laat het niet over aan Facebook of Google – Doe het zelf

Afgelopen week besloot ik om aandacht te hebben voor de aandacht (zoals ik ook eerder deed). Ik leerde van het designersduo Giorgia Lupi en Stefanie Posavec hoe je je eigen observaties kunt verbeelden (zie hun project Dear Data). Een vriend noemt me inmiddels een Data Miner. En hoewel ik vooral analoog werk beschrijft dit goed wat ik afgelopen week deed: het verzamelen van data met dit als uiteindelijke resultaat.

Eerder dit jaar leerde ik tijdens een workshop Geweldloze Communicatie leerde ik hoe flinterdun de lijn is tussen observeren en oordelen; hoe gemakkelijk een observatie vermengd raakt met een oordelende gedachtes en hoe gemakkelijk je ergens een oordeel over hebt (vaak zonder het zelf te beseffen).

Ik nam dit als thema. En dan ging het niet om oordelen die je uitspreekt, maar vooral over oordelende gedachten die je hebt. Oordelen vertellen vaak meer over jezelf dan over de ander (terwijl je meestal juist probeert de ander te beschrijven). Ik merkte ook dat het vaak heel subtiel is, het hoeft niet eens een gedachte te zijn, vaak gaat er een gevoel of gewaarwording aan vooraf.

Een oordeel is geen observatie. Een observatie zou je kunnen vergelijken met een foto (je kunt het waarnemen), een oordeel heeft meer weg van een filter die er overheen ligt (en die je na langere tijd vaak niet meer waarneemt). Die filter kan een evaluerende gedachte zijn, een label of een definitie.

Psychologen vertellen redenen waarom we oordelen en het staat creativiteit en een open aandacht vaak in de weg. Ik kwam uit op 4 redenen. Die schreef ik op een kaartje. Je oordeelt (sneller) wanneer:

  • Je iemand (of iets) nog niet kent
  • Je het ergens niet mee eens bent, of ergens niet van houdt
  • Je gehaast bent
  • Je jezelf onzeker voelt

En de oordelende gedachte kan gericht zijn op:

  • de ander
  • jezelf
  • iets

Elke keer als ik mezelf betrapte op een oordelende gedachte kon ik dit met een simpel symbool noteren (dat kost nauwelijks tijd, het enige wat je nodig hebt is papier en een pen of potlood). Na een week had ik mijn analoge datacollectie, die ziet er zo uit:

Ik merkte dat door te proberen je aandacht bij je eigen gedachten te houden en door er steeds een notitie van te maken, je een gewoonte cultiveert. Alleen die aandacht maakt je al bewust van veel dingen.

Na een week verzamelen kon ik alles in een overzicht zetten.

Hoewel het met zo’n overzicht verleidelijk is om te gaan analyseren is dat nu juist niet mijn doel. Het belangrijkste is om een week aandacht voor de aandacht te hebben en een gewoonte te cultiveren. Het gaat vooral om het proces van doen.

Ik geloof in deze stelling, het gaat om het proces niet om het resultaat:

Art is practice. And practice is an art.

Het turflijstje was nodig als tussenstap naar de uiteindelijke visualisatie.

Ik liet me voor deze visualisatie inspireren door het onvoltooide en laatste schilderij van Piet Mondriaan: Victory Boogie Woogie. Ik ontdekte dat het aantal kleuren in het schilderij overeen kwamen met het aantal symbolen dat ik vooraf had genoteerd.

Een week data verzamelen leerde mij:

  • Aandacht hebben voor de aandacht geeft rust
  • Je leert afleiding beter te herkennen
  • Alleen al door van je vooringenomenheid bewust te worden, neemt de kracht ervan af
  • Oordelende gedachten zijn vaak heel subtiel
  • Door ze te noteren leer je ze beter herkennen