Ah, creativiteit! Nu begrijp ik het

Dit is het afsluitende stuk van de blogreeks Wat is creativiteit? Aan de hand van drie boeken zocht ik een antwoord op de vraag wat we moeten verstaan onder creativiteit. Op basis van wetenschappelijk onderzoek dat is gedaan naar creativiteit, o.a. door Mihaly Csikszentmihalyi (auteur van Flow), heb ik het spreekwoordelijke kaf van het koren kunnen scheiden.

De 3 boeken die in de blogreeks centraal stonden waren:

Hieronder afsluitend en samenvattend 9 kernbegrippen die door deze auteurs in verband worden gebracht met creativiteit.

1. Verbeelding
Creativiteit gaat weliswaar over vernieuwing – over het ontdekken van nieuwe dingen en processen, nieuwe esthetische ervaringen en nieuwe werkelijkheden – maar essentiëler is het begrip verbeelding. De mens onderscheidt zich van het dier doordat de structuur van het brein zich ontwikkelde waarbij taal (symbolisch en metaforisch denken) het mogelijk maakte om nieuwe werelden te verbeelden en tot stand te brengen.

2. Sociale binding
Creativiteit zou je kunnen zien als een collectiviteitsverzekering. Vroeger hielp het vertellen en delen van verhalen of het gezamenlijk zingen of dansen bij een succesvoller leven (heel ver terug: het kon de jacht verbeteren). Het droeg dus bij aan het leven in het algemeen, het zorgde voor binding in de groep. De bron van creativiteit ligt in deze sociale betekenis. We zeggen nog steeds dat kunst verbindt. Creativiteit heeft als doel om te verbinden. De mythe van het eenzame genie is in dat opzicht een verhaal van niet-verbonden zijn.

3. Culturele innovatie
Creativiteit gaat weliswaar over vernieuwing en innovatie – over nieuwe uitingsvormen, nieuwe dingen of nieuwe ervaringen – maar dat staat niet op zich. Het is geen vernieuwing om de vernieuwing. Innovatie is van oorsprong de kracht die het mogelijk maakt om je aan te passen aan de veranderende omgeving. Zo hadden o.a. onze voorouders innovatie nodig om zich aan te passen aan die omgeving en om het naar de eigen hand te zetten. Culturele innovatie is nodig om te kunnen overleven. Creativiteit gaat dus niet over de innovatie op zich maar over het tot stand brengen van een nieuwe (ver)houding tot de veranderende wereld.

4. Spel
Creativiteit laat zich lastig beschrijven als iets dat een doel heeft buiten zichzelf. Hoewel het doelmatig kan zijn of het binnen een doelmatig context geplaatst kan worden, lijkt creativiteit in essentie te gaan om spel en plezier. Dat kan een doel op zich zijn. Het spel wordt gespeeld om te spelen en om plezier te hebben. Een van de belangrijkste elementen van spel is dat ze alleen kan bestaan binnen eigen grenzen van tijd en ruimte, ze kent vaste regels en patronen.

5. Activiteit
Creativiteit is geen zelfstandig naamwoord, het is een werkwoord. Het is vooral een activiteit en een manier van doen. Het doen zelf kan je in vervoering brengen. Een activiteit betekent ook dat je je onderdompelt in iets. Vroegere rituelen brachten niet alleen de deelnemer in vervoering, de deelnemer was ook echt onderdeel van het ritueel. Participatie was en is belangrijk voor creativiteit. En je participeert niet alleen door te maken. Ook luisteren naar muziek is participeren in de activiteit. Een schilderij kun je zien als een herinnering aan een gespeeld spel.

6. Tijdelijk opheffen van het alledaagse
Creativiteit staat in een aantal opzichten los van het alledaagse en vaak doelmatige activiteiten. Het ontstaat net als spel buiten de sfeer van het alledaagse waarin we gewend zijn dat alles een reden heeft. Nut, noodzaak en doel zijn hierin belangrijke regels. Creativiteit als het tijdelijk opheffen (of intensiveren) van de dagelijkse sleur kent net zijn eigen regels: de regels van het spel. Het zijn in die zin twee werelden. Als je regelmatig van de ene in de andere wereld stapt kan het je dagelijkse leven versterken en verrijken. En heeft daarmee heeft het een individuele en culturele functie.

7. Ontdekkingsproces
Geniale inzichten, het “Eureka”-moment, creatieve successen of innovaties zijn in bijna alle gevallen een resultaat van toewijding, aandacht en een (lang) proces van ontdekken. Ontdekken staat dichter bij wat creativiteit is dan de resultaten die het proces van ontdekken oplevert. Het ontdekkingsproces is één van de meest plezierige activiteiten waar de mens in betrokken kan zijn. En voor de ervaring maakt het niet uit of dat kleine ontdekkingen zijn of grote. Net als in het spel vallen ook hier middel en doel samen. Het proces van ontdekken is een doel op zich, het stuur zichzelf, het is “autotelisch” (grieks: auto = zelf, telos = doel).

8. Aandacht
Waar productiviteit vaak wordt gemeten in tijd, is aandacht de grondstof voor creativiteit. Voor het cultiveren en stimuleren van nieuwsgierigheid en vindingrijkheid is aandacht een vereiste. Niet alleen voldoende aandacht om je een (vak)gebied eigen te kunnen maken en een soort van expert te worden, maar ook aandacht als een open houding die er juist op is gericht om verbindingen te leggen met andere gebieden. Die combinatie is uniek voor creativiteit. Je kunt het ook zien als persoonlijke competentie: weten wanneer je moet wisselen tussen een gefocuste aandacht en een brede aandacht. Creativiteit hangt dus samen met aandacht en met aandacht hebben voor de aandacht.

9. Omgeving
Creativiteit laat zich niet beschrijven als een geïsoleerd verschijnsel, de mythe van de eenzame uitvinder of kunstenaar klinkt heroïsch, maar creativiteit laat zich niet herleiden tot een individu en kent geen individueel eigenaarschap. Het is onderdeel van een omgeving en er bestaan vele factoren die bepalen of iets van culturele betekenis is en bekendheid verwerft binnen de cultuur. Creativiteit kun je niet herleiden tot het individu. Het is een cultureel samenspel tussen individu en omgeving. Csikszentmihalyi vraagt daarom ook niet wat is creativiteit, maar waar is creativiteit.