Boekbespreking: Creativity (Mihaly Csikszentmihalyi)

Deze boekbespreking is onderdeel van de blogreeks Wat is creativiteit?

Creativity: The Psychology of Discovery and Invention (1996) van psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi (1934-).

Wie flow zegt verwijst – misschien zonder dat te weten – naar iets dat binnen de positieve psychologie een begrip is. Dat is het geworden dankzij het onderzoek van één van de vooraanstaande onderzoekers op het gebied van creativiteit: Mihaly Csikszentmihalyi (1934). Hij schreef het boek Flow: The psychology of Optimal Experience dat in 1990 verscheen. En in zijn daaropvolgende boek Creativity: The Psychology of Discovery and Invention uit 1996 beschrijft hij zijn onderzoek naar creativiteit waarvoor hij tal van creatieven – uiteenlopend van vooraanstaande wetenschappers, Nobelprijswinnaars tot musici en sporters – interviewde. Hij ging na wat de gemene deler van creativiteit is en daarin is hij één van de belangrijkste grondleggers van het onderzoek naar creativiteit.

Creativiteit is in de ogen van Csikszentmihalyi altijd contextgebonden. Het is afhankelijk van hoe het ontvangen wordt binnen een bepaalde tijd of binnen een bepaald (sociaal) milieu. Creativiteit hangt daardoor nauw samen met de cultuur als geheel en is daardoor ook lastig als een subjectief verschijnsel te bekijken:

My preference would be to approach creativity as a subjective phenomenon, but unfortunately I see no realistic way of doing so.

Deze contextgebondenheid is een belangrijk aspect binnen zijn opvatting over creativiteit. Verder laat zijn psychologische visie zien hoe creativiteit verbonden is aan de menselijke ervaring en (verhoogd) bewustzijn. Zoals ik eerder schreef in deze blogreeks ga ik na welke verschillende betekenissen bepaalde onderzoekers verbinden aan creativiteit. Voor Csikszentmihalyi zijn dat zoals ik ze hieronder samenvat: creativiteit als proces van ontdekken, als het cultiveren van aandacht en als een tijd- en plaatsgebonden verschijnsel.

1. Ontdekken
De ondertitel van het boek zegt het eigenlijk al als het gaat om de inhoud van het boek: “The Psychology of Discovery and Invention”. Creativiteit als een proces van ontdekken. Het gaat niet over een uitkomst of resultaat – of deze nu in termen van geniale inzichten, successen of innovaties wordt beschreven – maar over het ontdekken als activiteit. Over ontdekken pur sang:

The process of discovery involved in creating something new appears to be one of the most enjoyable activities any human can be involved in.

Het gaat daarbij vooral ook om de kwaliteit van de ervaring, als een soort van bonus:

Chess players, rock climbers, dancers, and composers devoted many hours a week to their avocations. Why were they doing it? It was clear from talking to them that what kept them motivated was the quality of experience they felt when they were involved with the activity. This feeling dind’t come when they were relaxing, when they were consuming the expensive priveleges of wealth.

Dit houdt nauw verband met het begrip flow, waarbij door een verhoogde uitdaging en focus de kwaliteit van de ervaring groter is. Creativiteit kent als het ware een ingebakken beloningssysteem: het proces van ontdekken en toegewijde aandacht wordt beloond met een gelukservaring. En wie nieuwsgierig is aangelegd heeft een grotere gevoeligheid voor deze beloning.

In de opvatting van Csikszentmihalyi vallen middel en doel samen, het proces van ontdekken en het opgaan in de activiteit is een doel op zich. Het is zoals hij zegt “autotelisch” of autonoom. Veel dingen in onze maatschappij zijn doelmatig in die zin dat we iets doen om iets in de toekomst te bewerkstelligen. Creativiteit valt buiten deze gebruikelijke manier van denken, maar het kan zijn dat er sprake is van beide, zoals bij de violist die geld ontvangt voor zijn of haar spel.

2. Aandacht
Ontdekken hangt nauw samen met aandacht, concentratie en focus. Wie nieuwsgierigheid wil cultiveren zal moeten leren om aandacht te hebben voor de aandacht:

So the first step toward a more creative life is the cultivation of curiosity and interest, that is, the allocation of attention to things for their own sake.

Wil je creatiever worden dan heb je niet in eerste instantie meer tijd nodig, maar vooral meer aandacht. Productiviteit wordt vaak gemeten in tijd, creativiteit kan beter worden gemeten in aandacht.

Die aandacht is tweeledig. Ten eerste moet je als creatief maker – of je nu kunstenaar bent of uitvinder – eerst een vakgebied eigen maken voordat je vernieuwend kunt zijn. Om tot nieuwe inzichten te komen is een enorme hoeveelheid tijd en aandacht nodig. Juist ook bij de toevallige ontdekkingen. Die komen nooit uit het niets stelt Csikszentmihalyi. Ze zijn vaak het resultaat van jarenlang hard werken en gedisciplineerde aandacht. Ten tweede is het voor vernieuwende ideeën nodig dat er verbindingen worden gelegd met andere naburige gebieden. Pas dan kunnen nieuwe inzichten ontstaan. En daarvoor is een brede aandacht nodig.

Deze tweeledigheid van de aandacht zie je ook terug in twee vormen van aandacht: gefocuste aandacht en open aandacht. Het gaat daarbij om de wisselwerking tussen beiden:

They require you to decide whether at this point it is better to be open or to be focused. They are both expressions of your ability to control attention, and it is this, not whether you are open or focused, that matters.

En dan is er ook de aandachtsvorm van concentratie, die belangrijk is bij de ervaring van flow. Door aandachtig en in het moment te zijn verlies je je zelfbewustzijn waardoor er sprake kan zijn van een ervaring van flow.

3. Omgeving
Csikszentmihaly ziet creativiteit dus niet als een individueel verschijnsel, het laat zich niet beschrijven als een geïsoleerd en afzonderlijk iets. Het mythische beeld van het eenzame genie past niet binnen zijn idee van creativiteit.

Csikszentmihaly beschrijft creativiteit als een systeem met drie taartpunten die in relatie tot elkaar staan. Die delen zijn het domein (de symbolische werkelijkheid met bepaalde regels, zo kun je wiskunde bijvoorbeeld zien als een domein), het veld (met de “poortwachters” zoals critici, ambtenaren, docenten, curators, e.d. die bepalen wat er wel en niet wordt opgenomen binnen een domein) en het individu (de artiest, de uitvinder, de kunstenaar). Creativiteit is het samenspel van deze drie onderdelen.

Creativiteit is nooit het individuele maar altijd het grotere geheel:

What counts is whether the novelty he or she produces is accepted for inclusion in the domain. This may be the result of chance, perseverance, or being at the right place at the right time.

Vanuit een andere invalshoek is het ook zo dat creatieven vaak de omgeving opzoeken die van vitaal belang is voor de stimulans van de eigen creativiteit, de kans om het eigen succes te vergroten en hun ideeën geaccepteerd te krijgen, om onderdeel te worden van een groter geheel. Die juiste omgeving is enorm belangrijk voor creativiteit.

Waar creativiteit op cultureel niveau een complex samenspel is tussen individu en omgeving zo is het op individueel niveau een bijna universeel streven naar het vinden van momenten van geluk en zingeving. Creativiteit is daarmee het antwoord op de vraag die Csikszentmihalyi stelde: “What makes a life worth living?”