Vals spelen is een kunst (of waarom je vaker je kennis overboord moeten gooien)

In eerdere blogposts verkende ik de manier om creativiteit te ontwikkelen door je analytische brein om de tuin te leiden, of dat nu is door iets ondersteboven te tekenen of door te tekenen zonder te kijken. Het zijn trucs die je zullen verrassen over het effect ervan.

Waar ik bij de laatste truc vooral niet keek naar wat ik zelf produceerde, deed ik afgelopen week een experiment waarbij het object dat je tekent en de tekening samenvallen. Je kijkt naar beide tegelijkertijd, door middel van een (plastic) plaat die je tussen jezelf en het object (in dit geval mijn linkerhand) houdt. Het is simpel. Je tekent direct op de plaat.

Eigenlijk trek je dus over, net zoals je misschien vroeger als kind wel eens hebt gedaan. Maar nu zet je iets dat ruimtelijk is over op een plat vlak.

Met het gebruik van de zgn. Picture Plane (de plaat) ertussen bekroop me even de gedachte dat ik aan het vals spelen was. Eén van de lastigste technieken van het creëren van de illusie van diepte (een hand, een voet) op een plat vlak (ook wel foreshortening genoemd) – waar je tal van tekencursussen voor behoort te volgen – wordt zo ineens een koud kunstje.

Maar het idee van vals spel is niet alleen komisch in een tijd waar je met één druk op de knop met je iPhone aan de lopende band zulke illusies creëert. Binnen de kunst zijn tal van zulke trucs en technieken bedacht om lastige dingen eenvoudiger te maken. En dat waren niet zomaar kunstenaars die de kunst niet verstonden en daarom maar teruggrepen op hulpmiddelen, dat waren de groten zoals Leonardo Da Vinci of Vincent van Gogh.

Kunstenaars zijn sinds de uitvinding van het perspectief bijzonder vindingrijk geweest om één van de lastigste technieken wat te vergemakkelijken. Hedendaags kunstenaar David Hockney beschrijft in Secret Knowledge: Rediscovering the Lost Techniques of the Old Masters hoe kunstenaars verschillende technieken gebruikten, zoals de camera obscura, de camera lucida en spiegels (holle en bolle), om de nabootsing van 3D in 2D te kunnen vastleggen.

Betty Edwards beschrijft iets vergelijkbaars naar aanleiding van de zgn. Picture Plane die ze noemt in haar boek Drawing on the Right SIde of the Brain. Het gebruik van een Picture Plane kent een lange traditie, die in ieder geval terug gaat tot de grote Renaissance kunstenaar Leon Battista Alberti. Hij ontdekte dat hij het stadsgezicht direct op het raam van zijn woning kon aanbrengen. En Leonardo Da Vinci ontwierp de zgn. Perspectograph. Albrecht Dürer liet zich weer inspireren door Leonardo da Vinci en tekende in zijn The Artist’s Manual een zgn. perspectiefmachine, een soort van werktafel met een plaat en een fixatiepunt voor het oog waarmee perspectieftekenen behoorlijk werd vergemakkelijkt. En Dürer inspireerde weer Van Gogh (hij had een speciaal perspectiefframe dat hij naar buiten nam).

Waarom wordt dat niet op school geleerd? Dat zou heel wat lesuren hebben gescheeld. Maar ik weet nu waar het idee vandaan komt dat ik aan het vals spelen was. Het is maar waar je het mee vergelijkt. Het is maar net waar je het van afkijkt. Dan ontdek je dat kunst er vaak uit bestaat om overboord te gooien wat je hebt geleerd. Speel dus vaker vals.