Probeer ook eens niet origineel te zijn (alleen dán ben je het)

Het is niet erg origineel om origineel te willen zijn, hoorde ik laatst iemand zeggen. Daar zit zeker wat in. Probeer maar eens origineel te zijn, het zal je niet meevallen. Denk maar eens na over wat jouw signatuur is. Het kan best beklemmend zijn.

Beter is om goed te worden in het imiteren en kopiëren van wat jou boeit. Vaak doe je dat door te imiteren en na te doen. En daar ligt jouw originaliteit besloten.

Dat is best paradoxaal. 5 redenen en manieren om niet origineel te hoeven zijn (en juist daardoor je originaliteit te koesteren):

  1. Breek de regels. Kopieer en imiteer om het vervolgens te kunnen breken. Niet om het breken, maar om iets je eigen te maken. Luister naar dit interview Chick Corea and Herbie Hancock – Breaking the Rules
  2. Kopieer jezelf. Componist Morton Feldman deelde in deze lezing het belangrijkste advies dat hij ooit van John Cage ontving: als je iets aan het maken bent, stop dan en kopieer jezelf. Het geeft jezelf de tijd om na te denken terwijl je kopieert en het brengt je op nieuw ideeën.
  3. Steel vaker. Je kunt namelijk geen kopie maken. Zodra je iets kopieert krijgt het je eigen signatuur mee. Acteur John Cleese geeft hiervoor tips in You Should – No, You Must – Steal Your Way to Success
  4. Ontdek de bron. Alles komt ergens vandaan. Als je jouw inspiratiebronnen kent, leer dan ook de inspiratiebronnen van jouw inspiratiebronnen kennen, enz. Wil je origineel zijn, ga dan terug in de tijd. Terug naar de origine van iets. Lees wat jouw voorbeeld leest. Zo imiteer je niet het werk, maar de manier van denken. Auteur Alan Jacobs noemt het “tegen de stroom in zwemmen” (in The Pleasures of Reading).
  5. En draag je werk op aan iemand anders dan jezelf. Het gaat niet om jou. De originele functie van muziek was niet om origineel te moeten zijn maar om goden te aanbidden, een hogere intelligentie aan te roepen en te communiceren.

Origineel ben je al, probeer het niet te worden.