Sinds een paar dagen merk ik dat ik niet meer heel ver kom met Engels. Natuurlijk lukt het wel en met wat handgebaren kom je vaak ook een eind, maar de meeste locals hier spreken geen tot nauwelijks Engels.
Een paar woorden Thai is daarom geen overbodige luxe, maar misschien nog wel belangrijker zijn de “Wâi” groet en een mooie lach. Daarmee kom je hier een heel eind. En het maakt dat ik mij hier enorm thuis voel ook al spreek ik nog maar twee woorden Thai.
De groet en de lach kom je overal tegen. In een bank werd ik met een “Wâi” begroet en dat komt super respectvol over (maar ook een beetje vreemd de eerste keer). En mensen staan overal op het punt om je met een vriendelijke lach te begroeten. Kijk mensen aan, lach naar ze en je krijgt een lach terug.
Alleen had ik geen idee hoe je een “Wâi” teruggroet. Het was een beetje gênant om iemand terug te groeten en de ander zichtbaar in verlegenheid te brengen. Na later wat filmpjes te hebben bekeken hierover, bleek ik de dame ongeveer begroet te hebben als een koning. Niet verkeerd, maar ik begreep achteraf waarom ze eventjes terugschrok.
Ik leerde dat de “Wai” groet 3 variaties kent, afhankelijk met welk respect je de ander begroet. Ik vind het een mooi ritueel. Ik keek bijvoorbeeld dit Youtube-filmpje, wat me hielp om niet iedereen als een koning te begroeten. En ik zal dus een monnik niet zomaar aanspreken, maar eerst begroeten op gepaste wijze.
In de tussentijd – en meestal op reis in de trein of bus – lees ik het mooie boek van Rutger Bregman dat ik van een aantal gewaardeerde collega’s kreeg bij mijn afscheid op de VU. Wat een gepast cadeau is dit, als er een land is dat me er bij elke hoek van de straat aan herinnert dat de meeste mensen deugen dan is het Thailand wel?