Vleesch noch visch

Soms overweldigde het me, maar ik kon er destijds ook een gevoel van trots aan ontlenen. Ze komen en gaan.

Ik heb het over ideeën.

Of nou ja, iets waarvan ik vroeger dacht dat het ideeën waren.

Als ik iemand spreek die vertelt dat het soms wat overweldigt, vraag ik me af of we het dan over ideeën hebben of over iets anders. En soms vraag ik: “Vind je het frustrerend of inspirerend?”

In de loop van de tijd heb ik het onderscheid leren maken tussen wat ik mijn gedachtestroom en mijn ideeënstroom zou kunnen noemen.

Iedereen heeft gedachten, en niet zo’n klein beetje ook. Sommige wetenschappers beweren dat een mens gemiddeld zo’n 7000 gedachten per dag produceert. Ben je dan creatief? Nou nee. Gedachten herhalen zich en zijn behoorlijk repetitief. Teveel gedachten leggen je juist lam. Ze kunnen zich vermeerderen en ze kunnen in negativiteit toenemen. Vaak gaan ze ook samen met gevoelens van stress, onrust en onvoldaanheid.

Ik merk dat mijn brein meer gedachten produceert als het zich ergens in dat schemergebied bevindt tussen concentratie en rust – vlees, noch vis.

En wat ons creatieve brein magisch maakt, is tegelijkertijd zo simpel en alledaags, dat je het misschien niet meteen als zodanig herkent. Misschien sta je er helemaal niet meer bij stil.

Zodra we met iets bezig zijn, we maken ons op voor de spiegel, maken een wandeling, doen een beetje aan sport of – ja ook dit – zijn gefocust aan het werk óf we oefenen ons in actieve rust door even een dutje te doen, een douche te nemen, te mediteren, muziek te luisteren of yoga te doen, dan komen de gedachten tot rust en ontstaat er ruimte.

Ruimte voor wat? Precies, voor heldere ideeën.

En het is alsof de mist opklaart en je helderheid, rust en eenvoud ervaart.

En dat is best magisch.